Om sojakaarsen goed te branden, trim je de lont voor elke keer tot ongeveer

6 mm en zorg je ervoor dat de lont tijdens het branden gecentreerd blijft. Laat de kaars de eerste keer lang genoeg branden (tot de bovenkant volledig is gesmolten) om "tunnelen" te voorkomen, en brand de kaars niet langer dan 4 uur aaneengesloten. 

Voor het aansteken 

  • Lont trimmen: Knip de lont vóór elk gebruik tot ongeveer 6 mm. Een te lange lont geeft een grote vlam, wat de was sneller laat opbranden en "tunnelen" kan veroorzaken.
  • Eerste keer: Brand de kaars de eerste keer lang genoeg totdat de hele bovenste laag vloeibaar is. Dit voorkomt dat er later een tunnel in de kaars ontstaat. 

Tijdens het branden 

    • Lont centreren: Zorg ervoor dat de lont in het midden van de kaars blijft. Als de lont naar één kant gaat, kan het glas ongelijkmatig opwarmen. Je kunt de lont voorzichtig terugbuigen met een lucifer of een stokje.
    • Niet te lang: Vermijd langer dan 4 uur achter elkaar branden. Dit kan overmatige hitte veroorzaken en de kaars beschadigen.
  • Tocht vermijden: Plaats de kaars niet op een plek met veel tocht, aangezien dit de vlam kan laten wapperen en de kaars scheef kan laten opbranden. 

    Na het doven 

    • Glaasje niet leegbranden: Zorg ervoor dat er altijd een dun laagje was achterblijft op de bodem van het glas voordat je de kaars dooft. Dit beschermt het glas tegen overmatige hitte, al onze glazen / potten zijn hoogwaardig en kan je gebruiken voor andere doeleinden.
    • Niet uitblazen: Blaas de kaars niet uit, maar gebruik een kaarsendover om de vlam te doven. Dit voorkomt schade aan de lont en vermindert roet.